Recente ontwikkelingen inzake box 3 Publicatiedatum: 21-09-2023

Al vóór Prinsjesdag 2023 is de Wet werkelijk rendement gepubliceerd ter consultatie. In een recent artikel hebben wij hier reeds aandacht aan besteed. In dit artikel gaan wij in op de beoogde wetswijzigingen inzake box 3 die zijn aangekondigd op Prinsjesdag 2023.

De Wet werkelijk rendement box 3 heeft een beoogde datum van inwerkingtreden van 1 januari 2027. Op dit moment wordt, in tegenstelling tot de belastingheffing in de overige boxen, in box 3 nog belasting geheven over een fictief vastgesteld rendement. Dit fictieve rendement wordt bepaald op basis van fictieve rendementspercentages van verschillende vermogensbestanddelen, bestaande uit bank- en spaartegoeden, schulden en overige bezittingen. De op Prinsjesdag 2023 aangekondigde beoogde wetswijzigingen hebben betrekking op het huidige forfaitaire systeem van box 3. In het hiernavolgende zullen we de wijzigingen bespreken.

Aandeel in een Vereniging van Eigenaren (VvE) en geld op een derdengeldenrekening
Het aandeel in een VvE en gelden op een derdengeldenrekening kwalificeren op dit moment als ‘overige bezittingen’ voor box 3. Voor deze vermogensbestanddelen geldt het hoge forfaitaire rendementspercentage van 6,17% (2023), terwijl op deze vermogensbestanddelen weinig/geen werkelijk rendement wordt gerealiseerd. Derhalve is aangekondigd dat het aandeel in een VvE en geld op een derdengeldenrekening van een notaris of gerechtsdeurwaarder met terugwerkende kracht per 1 januari 2023 kwalificeren als bank- en spaartegoeden, waarvoor een lager forfaitair rendementspercentage geldt: 0,36% (2023).

Defiscaliseren onderlinge vorderingen en schulden
In het huidige heffingssysteem van box 3 geldt een fictief rendementspercentage van 6,17% voor vorderingen en een negatief fictief rendementspercentage van 2,57% (2023) op schulden. Indien de vordering en de schuld zien op fiscale partners (de ene partner heeft een vordering op de andere partner), dan wordt de onderlinge positie alsnog belast met een fictief rendement (het positief rendement is hoger dan het negatief rendement waardoor per saldo een ‘plus’ resteert). Dit is onwenselijk waardoor wordt voorgesteld de onderlinge vorderingen en schulden tussen fiscale partners en tussen ouders en hun minderjarige kinderen te defiscaliseren voor box 3. De onderlinge vorderingen en schulden hoeft u dus niet langer aan te geven in box 3.

Tarief
Aangekondigd was dat het tarief over het fictieve rendement in box 3 ieder jaar met 1%-punt zou stijgen naar een tarief van 34% in 2025. Voorgesteld wordt echter dat het beoogde eindtarief van 34% al vanaf 1 januari 2024 gaat gelden.

Tot slot
Heeft u vragen over de wijzigingen, of bent u benieuwd naar de mogelijkheden in uw specifieke situatie. Neem dan gerust contact met ons op via onderstaand contactformulier of met uw eigen Govers contactpersoon.



Deel dit bericht:

We werken graag aan uw ondernemersdromen. Wat zijn uw ambities?

Elke succesvolle klantrelatie begint met een persoonlijke kennismaking. Een gesprek over uw ambitie en hoe wij u daarbij kunnen helpen. Laat hieronder uw gegevens achter en we nemen snel contact met u op.