Wijziging kwalificatiebeleid rechtsvormen

Vanaf 2025 wijzigt het fiscale kwalificatiebeleid voor rechtsvormen. Dit voorstel heeft met name grote gevolgen voor bestaande open fondsen voor gemene rekening, open commanditaire vennootschappen en vergelijkbare buitenlandse rechtsvormen. Het wetsvoorstel voorziet in overgangsrecht op basis waarvan onder voorwaarden in 2024 kan worden geherstructureerd om nadelige fiscale gevolgen te voorkomen.

Huidig fiscaal regime
Vanuit fiscaal oogpunt wordt een onderscheid gemaakt tussen zelfstandig belastingplichtige lichamen (niet-transparant) en transparante lichamen. Bij zelfstandig belastingplichtige lichamen wordt op het niveau van het lichaam vennootschapsbelasting geheven over de behaalde winst. De participanten in het lichaam worden in beginsel pas in de belastingheffing betrokken indien het lichaam winst uitkeert aan de participanten. Bij transparante lichamen worden de baten en lasten alsmede de activa en passiva van het lichaam voor fiscale doeleinden toegerekend aan de participanten. De participanten worden dus rechtstreeks in de belastingheffing betrokken voor het resultaat van het transparante lichaam.

Het open fonds voor gemene rekening en de open commanditaire vennootschap zijn op dit moment voor Nederlandse fiscale doeleinden zelfstandig belastingplichtig. De combinatie van zelfstandige belastingplicht en de mogelijkheid om vermogen te anonimiseren maakt deze rechtsvormen al jaren geliefd bij vermogende particulieren en families.

Nieuw fiscaal regime
Deze fiscale kwalificatie zal vanaf 1 januari 2025 wijzigen. De open commanditaire vennootschap is vanaf dat moment niet langer zelfstandig belastingplichtig, maar fiscaal transparant. De definitie van het zelfstandig belastingplichtige fonds voor gemene rekening wordt daarnaast aangepast. Alleen het ‘beleggingfonds’ en het ‘fonds voor collectieve belegging in effecten’ als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht kwalificeren daardoor als zelfstandig belastingplichtig lichaam. Familiefondsen zullen daardoor in de regel niet langer zelfstandig belastingplichtig zijn.

Gevolgen
Het gewijzigde kwalificatiebeleid heeft grote gevolgen voor open commanditaire vennootschappen, open fondsen voor gemene rekening en de hierbij betrokken commanditaire vennoten en participanten in het fonds. De belangrijkste directe gevolgen van de wijziging van de kwalificatie zijn als volgt:

1. Op het niveau van de open commanditaire vennootschap en het open fonds voor gemene rekening dient in het boekjaar 2024 vennootschapsbelasting te worden betaald over de stille reserves, fiscale reserves en goodwill.
2. De commanditaire vennoten en de participanten in het fonds worden geacht het aandeel in de open commanditaire vennootschap en de participaties in het open fonds voor gemene rekening te hebben verkocht. In veel gevallen leidt dit tot heffing van inkomstenbelasting in box 2.
3. Vanaf 2025 worden de commanditaire vennoten en participanten rechtstreeks belast voor hun aandeel in het resultaat van de commanditaire vennootschap en het fonds voor gemene rekening.

Overgangsrecht
Het wetsvoorstel biedt onder voorwaarden de mogelijkheid om zowel afrekening op het niveau van de commanditaire vennootschap en het fonds voor gemene rekening, als afrekening op het niveau van de commanditair vennoten en participanten te voorkomen. In veel gevallen dient daarvoor in 2024 te worden geherstructureerd. Bij deze herstructurering dient te worden voldaan aan de in het wetsvoorstel genoemde voorwaarden om heffing van inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en overdrachtsbelasting te voorkomen.

Overige aandachtspunten
Het gewijzigde kwalificatiebeleid kan ook gevolgen hebben voor de Nederlandse fiscale kwalificatie van buitenlandse rechtsvormen en doelvermogens. Indien u op enigerlei wijze betrokken bent bij buitenlandse rechtsvormen of doelvermogens, dan raden wij aan om te laten beoordelen of het gewijzigde kwalificatiebeleid fiscale gevolgen voor u heeft.

Verder vervalt in veel gevallen de mogelijkheid om gebruik te maken van het regime van de vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi). Een vrijgestelde beleggingsinstelling is vrijgesteld van vennootschapsbelasting en is niet inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting. Voor het vbi-regime zal op basis van het wetsvoorstel aansluiting worden gezocht bij de begrippen ‘beleggingsinstelling’ en ‘icbe’ in de Wet op het financieel toezicht. Als gevolg van deze wijziging zal het beleggen van familievermogen doorgaans niet meer in aanmerking komen voor dit fiscale regime.

Tot slot
Indien u betrokken bent bij een open commanditaire vennootschap, open fonds voor gemene rekening, een buitenlands samenwerkingsverband of vrijgestelde beleggingsinstelling, dan dient u in 2024 actie te ondernemen om nadelige fiscale gevolgen te voorkomen. Wij adviseren u om daarvoor tijdig contact op te nemen met uw belastingadviseur.

Deel dit bericht

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak

Vrijblijvend advies

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak