Op 16 mei 2024 is het hoofdlijnenakkoord 2024 gepubliceerd. In dit document is het voorgenomen beleid van de PVV, VVD, NSC en BBB voor de komende jaren opgenomen. Het akkoord biedt een inkijkje in de maatregelen die we op fiscaal terrein komende jaren kunnen verwachten.
Allereerst wensen de vier partijen de lasten van de ‘hardwerkende Nederlanders, jong en oud, zoals de middeninkomens en ondernemers’ te verlichten. Dit wensen de partijen te bewerkstelligen via lastenverlichting op arbeid en verlaging van de marginale druk voor burgers, bijvoorbeeld via het introduceren van een extra (derde) schijf in de inkomstenbelasting.
Naar eigen zeggen zullen de partijen het strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit implementeren. De volgende fiscale maatregelen zijn daarbij gemoeid:
- Arbeidsmigranten van buiten de EU, met uitzondering van kennismigranten, hebben verplicht een tewerkstellingsvergunning nodig. Tegelijkertijd worden de kwalificatie-eisen van kennismigranten aangescherpt en verhoogd.
- Onderzocht wordt of en zo ja, welke voordelen onder de extraterritoriale kostenregeling worden versoberd.
Het realiseren van voldoende woningen staat volgens de partijen onder druk. Derhalve wensen de partijen de woningbouw te stimuleren. Op fiscaal gebied stellen de partijen het volgende voor:
- Het introduceren van een belasting op ongebouwde grond met een woonfunctie en een gemaximeerde planbatenheffing of vergelijkbaar systeem.
- Het bouwen van huurwoningen wordt gestimuleerd door regeldruk en waar mogelijk door de belastingdruk te verminderen.
- De eigenwoningregeling, inclusief eigenwoningforfait en hypotheekrenteaftrek, blijft ongewijzigd in het hoofdlijnenakkoord.
De partijen hebben het vestigingsklimaat opgenomen als een van de hoofdpunten voor een regeerakkoord, waarbij Nederland moet behoren tot de top 5 van de landen met een goede concurrentiepositie. Hiervoor hebben de partijen de volgende fiscale maatregelen bedacht:
- Recente lastenverzwaringen voor ondernemers, verhogingen van de energiebelasting en belasting op inkomsten uit vermogen die zijn aangekondigd sinds Prinsjesdag worden deels teruggedraaid.
- De renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting (earningsstrippingmaatregel) wordt versoepeld van 20% van de gecorrigeerde winst naar 25%.
In het verlengde van voorgaande wensen de partijen ook de lastendruk van ondernemers en belastingheffing op het vermogen te verminderen:
- Het toptarief in box 2 wordt verlaagd van 33% naar 31%.
- Het tarief in box 3 wordt verlaagd. Het percentage is nog onbekend, maar hiervoor wordt structureel 100 miljoen per jaar beschikbaar gesteld.
- De fiscale regelingen rond giften worden komende jaren beperkt.
Tot slot stellen de partijen nog de volgende overige fiscale maatregelen voor:
- Verduurzaming van het wagenpark blijft gestimuleerd worden.
- Het verlaagde btw-tarief op logies wordt afgeschaft met ingang van 2026, met uitzondering van kampeerterreinen.
- Het lage btw-tarief voor culturele goederen en diensten wordt grotendeels afgeschaft met ingang van 2026, met uitzondering van het lage btw-tarief voor dagrecreatie en bioscopen.