En toen ging het mis.
Dit keer een energieleverancier die het financieel niet kan bolwerken en failliet gaat. Vooral sneu omdat zij vooral kwetsbare klanten bedient, die al te maken hebben met schuldenproblematiek. Hun betaalde voorschotten zijn ze als concurrent schuldeiser waarschijnlijk kwijt.
Wat de uiteindelijke reden van het faillissement is vertelt het verhaal niet, te veel risico’s, verkeerde keuzes van het management, een incident, fraude? Voor de uitkomst van ons verhaal is dit slechts beperkt relevant.
Zodra het faillissement door de rechtbank wordt uitgesproken wordt een curator benoemd. Een belangrijke rol voor de curator is het behartigen van de belangen van de schuldeisers van de vennootschap en het vergaren van middelen om die schuldeisers hun vordering te kunnen uitbetalen. De andere (hoofdrol)spelers in dit proces zijn de debiteuren, de bestuurder/directie en (helaas voor ons) de accountant.
Het laaghangend fruit voor de curator zijn de debiteuren. De curator zal de reguliere handelsvorderingen als eerste proberen te innen.
De directie, vaak tevens de aandeelhouder, zal om twee redenen de aandacht van de curator krijgen. In de eerste plaats heeft de vennootschap vaak geld te goed van de directie/aandeelhouder en dat zal de curator willen incasseren. Daarnaast kan de directie om andere reden worden aangesproken. Als de curator aannemelijk kan maken dat wanbeleid een belangrijke oorzaak is van het faillissement kan de directie hoofdelijk aansprakelijk worden voor de schulden van de vennootschap. Voorbeelden van wanbeleid zijn het niet voldoen aan de administratieplicht, niet (tijdig) publiceren of crediteurenbenadeling. Ook de accountant kan zich steeds vaker verheugen in de belangstelling van de curator. De reden hiervoor is dat de accountant goed verzekerd dient te zijn tegen beroepsaansprakelijkheid. Er is dus wat te halen, terwijl dit bij de directie/aandeelhouder vaak niet het geval is. De route die de curator regelmatig bewandelt is om de accountant in een tuchtprocedure aan te spreken wegens een beroepsfout. Dit leidt weliswaar alleen tot een tuchtrechtelijke sanctie voor de accountant, maar wordt vervolgens door de curator gebruikt als onderbouwing van een civiele claim.
In dit faillissement gebeurt wat wij hiervoor schetsten. De curator daagt de accountant van de vennootschap voor de tuchtrechter. Eén van de argumenten die hij aanvoert is dat de vennootschap de wettelijke plicht had haar jaarrekening door een accountant te laten controleren. Deze opdracht verstrekte zij evenwel niet aan de accountant. De accountant kwam met de vennootschap een samenstellingsverklaring overeen. De tuchtrechter is het vervolgens met de curator eens en stelt samengevat dat de tekenend accountant heeft meegewerkt aan het ontgaan van de controleplicht. De vennootschap had duidelijk niet de bedoeling om een controleopdracht te verstrekken aan een bevoegd accountant. Het niet nakomen van de controleplicht is een economisch delict. De tekenend accountant is betrokken bij dit niet-integer handelen en had daartegen een maatregel moeten treffen, maar heeft dat nagelaten. Hij heeft daardoor in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van integriteit en van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Samen met andere geconstateerde tekortkomingen leidt dit tot een tuchtrechtelijke sanctie. De curator gaf tijdens de procedure aan dat als wel een controle-opdracht was uitgevoerd in een veel eerder stadium de financiële problemen boven tafel waren gekomen en de schade voor de boedel kleiner was geweest. Dit zal hij in een civiele zaak ongetwijfeld gebruiken om de accountant aan te pakken.
Waarom vertellen wij dit? In vooral oudere statuten komen wij nog regelmatig tegen dat de statuten voorschrijven dat een controle-opdracht wordt gegeven. Dit is weliswaar geen wettelijke controle-plicht en derhalve een nuance anders dan in de casus hierboven. De accountantskamer trekt voor accountants evenwel die lijn door. Daarnaast zou het zo maar eens kunnen zijn dat het niet verstrekken van een controle-opdracht ook voor de directie kan leiden tot aansprakelijkstelling wegens wanbeleid. Wij moeten ons derhalve bezinnen indien wij met zulke statutaire bepalingen geconfronteerd worden. Dat geldt ook voor de directie. Ons advies is altijd, doe uzelf en ons een plezier en pas uw statuten aan en voorkom problemen.
Mocht u het wenselijk achten om uw situatie nader door te nemen, dan kijken we uiteraard graag met u mee. Neemt u daarvoor gerust contact met ons op via uw relatiebeheerder, telefonisch via 040 – 2 504 504 of via onderstaand contactformulier.