Kan het aangaan of aanpassen van huwelijkse voorwaarden een schenking inhouden? De adviseur van de Hoge Raad (de A-G) heeft zich recentelijk opnieuw over dit vraagstuk gebogen.
De Hoge Raad heeft reeds lange tijd geleden, in 1959 en in 1971, geoordeeld dat pas sprake kan zijn van een schenking, wanneer een voltooide vermogensverschuiving plaatsvindt. Van een voltooide vermogensverschuiving is bij het aangaan of aanpassen van huwelijkse voorwaarden in principe geen sprake. Geen van de echtgenoten kan immers over zijn/ haar aandeel in de gemeenschap beschikken als ware het eigen vermogen. Pas als de gemeenschap wordt ontbonden, staat vast wie recht heeft op welk aandeel in die gemeenschap.
De echtgenoten in de betreffende zaak hadden al 33 jaar een affectieve relatie, waarna ze in 2015 besloten in het huwelijksbootje te stappen. Aanvankelijk zijn de echtgenoten in algehele gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd en waren zij beiden voor 50% gerechtigd tot de gemeenschap. Na twee jaren gehuwd te zijn, besluiten zij alsnog huwelijkse voorwaarden op te stellen, zodanig dat de vrouw gerechtigd is tot 90% en de man gerechtigd is tot 10% van de gemeenschap. Opgemerkt dient te worden dat de man ten tijde van het opmaken van de huwelijkse voorwaarden ernstig ziek is. Twee maanden na de ondertekening van de huwelijkse voorwaarden, komt de man te overlijden. Zijn vrouw is enig erfgenaam.
De vrouw stelt dat zij erfbelasting verschuldigd is over slechts 10% van de gemeenschap. Het overige gedeelte van de gemeenschap zou haar op grond van het huwelijksvermogensrecht immers al toekomen. Daarnaast stelt ze dat geen sprake is van een schenking ten tijde van het aangaan van de huwelijkse voorwaarden. De inspecteur is het hier niet mee eens. De inspecteur meent dat de vrouw over 50% van de gemeenschap erfbelasting verschuldigd is.
Nadat deze zaak (met wisselende uitkomsten) voor de rechter en het gerechtshof is geweest, heeft de advocaat-generaal (A-G) zich hier onlangs uitgesproken. Een A-G bij de Hoge Raad is belast met het geven van rechtsgeleerde adviezen aan de Hoge Raad. Zijn standpunt wordt in de meeste gevallen dan ook door de Hoge Raad gevolgd. De belangrijkste vraag die bij hem voorlag is of in deze situatie sprake was van fraus legis (misbruik van recht). Hiervan is enkel sprake indien belastingbesparing de doorslaggevende reden is geweest voor de rechtshandeling en er sprake is van strijd met doel en strekking van de wet.
De A-G overweegt het volgende:
- – Het opmaken/aanpassen van de huwelijkse voorwaarden in het zicht van overlijden is een constructie bedoeld om belasting te besparen.
- – Daarnaast heeft de vrouw geen niet-fiscale motieven aangevoerd die doorslaggevend zijn voor het opmaken van de huwelijkse voorwaarden.
- – Tenslotte acht hij het in strijd met het doel en strekking van de wet om de aanpassing van de huwelijkse voorwaarden binnen 180 dagen van het overlijden van de man niet gelijk te stellen aan een schenking. Het is volgens de AG namelijk zo goed als zeker dat ten tijde van het aanpassen van de huwelijkse voorwaarden het vermogen van de man naar de vrouw zal verschuiven, omdat geen sprake is van enigszins gelijke levens- en sterftekansen.
De A-G komt op basis van het voorgaande tot de conclusie dat in de betreffende zaak inderdaad sprake is van fraus legis en concludeert dat erfbelasting geheven dient te worden over 50% van de gemeenschap.
De Hoge Raad heeft nog geen uitspraak gedaan over deze kwestie. In de fiscale literatuur wordt echter getwijfeld of de Hoge Raad in haar oordeel de A-G zal gaan volgen. Immers had de vrouw in deze zaak, ondanks de ziekte van haar man, alsnog eerder kunnen overlijden. In dat geval was over 90% van de gemeenschap erfbelasting verschuldigd en was de heffing dus veel nadeliger .
Indien de Hoge Raad besluit dat sprake is van fraus legis, dan heeft dit voor de praktijk tot gevolg dat voorzichtigheid bij het opmaken/aanpassen van huwelijkse voorwaarden nog meer geboden is. Mocht u het wenselijk achten om uw situatie nader door te nemen, dan kijken we uiteraard graag met u mee. Neemt u daarvoor gerust contact met ons op via uw relatiebeheerder, telefonisch via 040 – 2 504 504 of via onderstaand contactformulier.