Onlangs heeft de Rechtbank Den Haag een uitspraak gedaan waarin het recht op btw-aftrek van de nationale bibliotheek centraal stond.
Feiten
De nationale bibliotheek verricht activiteiten ter uitvoering van de op haar berustende wettelijke taken zoals het zichtbaar, bruikbaar en houdbaar maken van de bibliotheekcollectie. Om deze taken uit te voeren ontvangt de bibliotheek subsidies. Daarnaast verricht de bibliotheek andere activiteiten, waaronder het verlenen van (digitaal) lidmaatschap, de verkoop van publicaties en het interbibliothecair leenverkeer. Voor deze overige activiteiten brengt de nationale bibliotheek vergoedingen aan haar afnemers in rekening.
De bibliotheek stelt dat zij een volledig recht op btw-aftrek heeft. Zij meent namelijk dat ze niet alleen btw-ondernemer is voor de prestaties waarvoor ze een rechtstreekse vergoeding van haar afnemers krijgt (lidmaatschapsgelden etc.), maar ook voor de wettelijke taken waarvoor ze subsidies ontvangt. De inspecteur stelt daarentegen dat de uitvoering van haar wettelijke taken een niet-economische activiteit vormen waarvoor geen recht op btw-aftrek bestaat.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de bibliotheek niet kwalificeert als btw-ondernemer voor het uitvoeren van haar wettelijke taken. Deze prestaties worden namelijk niet onder bezwarende titel verricht nu er geen rechtstreeks verband bestaat tussen de ontvangen subsidies en de door de bibliotheek geleverde diensten ter uitvoering van haar wettelijke taken. Deze vormen dus geen zelfstandige economische activiteit. De bibliotheek kan daarom alleen de btw die toerekenbaar is aan haar economische activiteiten in aftrek brengen. Zowel de bibliotheek als de inspecteur dragen geen bruikbare verdeelsleutels aan voor de wijze waarop de in rekening gebrachte btw aan economische activiteiten moet worden toegerekend. Daarom stelt de rechtbank deze zelf vast en komt uit op een recht op aftrek van 45%.
Ondanks dat geen sprake is van een volledige btw-administratie, oordeelt de rechtbank eveneens dat de administratie van de bibliotheek in dit geval volstaat om het aftrekrecht te kunnen onderbouwen. Het verwerpen van de aftrek vanwege het ontbreken van een volledige btw-administratie is niet evenredig.
In conclusion
Deze uitspraak benadrukt het belang om als bibliotheek het recht op btw-aftrek goed in kaart te brengen. Bij twijfel is het raadzaam hierover met uw adviseur in overleg te treden en de(on)mogelijkheden om tot aftrek te komen te beoordelen.
Heeft u naar aanleiding van dit bericht vragen over de
btw-positie van u als bibliotheek? Neemt u dan gerust contact met ons op via uw relatiebeheerder, per mail via btw@govers.nl, of telefonisch via 040 – 2 504 504. Uiteraard kunt u ook met al uw andere fiscale vragen bij ons terecht.