Het onderstaande bericht is van belang voor ondernemers die gevestigd zijn in België en die werkzaamheden laten verrichten aan hun in België gelegen onroerend goed. Dit bericht is ook van belang voor Nederlandse ondernemers met zakelijk onroerend goed in België als zij in België voor de btw zijn geregistreerd.
In België geldt voor de btw een verleggingsregeling in de bouw- en constructiewereld. Dat houdt in dat niet de (onder)aannemer maar de klant de btw moet aangeven. De bouwonderneming die de factuur uitreikt, vermeldt het BE btw-nummer van zijn klant op de factuur en de tekst “btw verlegd”. Een btw-tarief of bedrag wordt niet genoemd. De klant rekent vervolgens zelf de btw uit en geeft deze aan. In dezelfde aangifte kan de klant de btw in aftrek brengen in zoverre hij of zij recht heeft op aftrek van voordruk. Nederland kent deze regeling ook, alleen blijft deze beperkt tot facturen die onderaannemers naar hun hoofdaannemer sturen.
Anders dan in Nederland geldt in België de verleggingsregeling voor elke in België gevestigde afnemer met een BE btw-nummer op voorwaarde dat die ook periodiek btw-aangiften doet. Wanneer de afnemer niet aan die voorwaarde voldoet, mag hij zijn btw-nummer niet verstrekken en moet de aannemer btw in rekening brengen. Bij dat laatste wringt de schoen: het komt te vaak voor dat een afnemer wel zijn BE btw-nummer verstrekt, maar geen aangiften doet, met als gevolg dat de Belgische staat btw misloopt. De aannemer is daarvoor aansprakelijk.
De nieuwe regeling
Om de voornoemde problematiek te ondervangen, geldt met ingang van 1 januari 2023 het volgende. Het is ondernemers die wel een BE btw-nummer hebben, maar geen periodieke aangiften indienen, niet langer verboden om hun nummer aan de aannemer te verstrekken. Om zich vrij te waren van aansprakelijkheid zet de aannemer het volgende op zijn factuur:
“Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van deze factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en boeten.”
Ten aanzien van de Nederlandse ondernemer met zakelijk onroerend goed in België geldt de verleggingsregeling na 1 januari 2023 ook als hij of zij een zogenaamde directe btw-registratie heeft. Tot en met 31 december 2022 is de verleggingsregeling alleen aan de orde als de Nederlandse ondernemer voor de btw is geregistreerd en een aansprakelijk vertegenwoordiger (AV) heeft aangewezen.
Let op! De bovenstaande regeling is niet te verwarren met de verleggingsregeling bij werkzaamheden aan Belgische onroerende goederen uitgevoerd door Nederlandse aannemers. Deze regeling wijzigt niet.
Indien u vragen heeft ten aanzien van het bovenstaande bericht, kunt u contact met ons opnemen via telefoonnummer 040-2540540.