Op 30 mei 2023 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel toekomst pensioen (Wtp) aangenomen. De Wtp geeft uitvoering aan het eerder gesloten pensioenakkoord en raakt onder andere werknemers, werkgevers, zelfstandigen, pensioen- en uitvoeringsorganisaties. Vanaf 1 juli 2023 gaat de nieuwe wet in.
Graag informeren wij u zeer beknopt over enkele grote veranderingen, de overgangsregels voor het nieuwe stelsel en de stappen die u als werkgever moet zetten.
Veranderingen
Premiestelsel
Huidig: In het huidige stelsel bouwen de meeste deelnemers een pensioen op met als doel een vaste pensioenuitkering. In voorkomende gevallen is dit 70% van het middelloon. In het verleden kon dit zelfs oplopen naar 70% van het eindloon.
Verandering: In het nieuwe stelsel verschuift de focus van de uitkering naar de in te leggen premie. Dit betekent dat pensioenfondsen geen grote buffers meer hoeven aan te houden om de uitkeringen te garanderen. Dit geld kan dan direct worden belegd en (hopelijk) renderen.
Pensioenpot
Huidig: Alle pensioenpremies, beleggingsresultaten en uitkeringen van één Pensioenfonds komen ten goede en ten laste van dezelfde pot. Slechte beleggingsresultaten worden gedeeld door alle deelnemers van het pensioenfonds.
Verandering: Iedere deelnemer spaart voor zijn/haar eigen pensioenpot. Jongeren kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om hogere risico’s te nemen om hogere rendementen te behalen.
Verschillen tussen deelnemers
Huidig: Iedere deelnemer betaalt de zogenoemde doorsneepremie en bouwt hetzelfde pensioen op. Jongeren betalen dezelfde (procentuele) premie als ouderen en bouwen hiervoor dezelfde pensioenrechten op. Doordat de pensioenpremie van jongeren langer kan renderen, betalen zij hierdoor indirect mee voor de ouderen.
Veranderingen: Deelnemers betalen nog steeds de zogenoemde doorsneepremie, maar de opbouw wordt degressief. Dit wil zeggen dat oudere deelnemers minder pensioenrechten opbouwen dan jongeren, aangezien de premie van jongeren langer kan renderen.
Uitkering
Huidig: Iedere deelnemer krijgt bij het bereiken van de voor hem/haar geldende pensioenleeftijd een uitkering. Deze uitkering betreft een maandelijks gelijk bedrag tot aan het overlijden van de deelnemer.
Verandering: Bij het bereiken van de pensioenleeftijd krijgt de deelnemer de mogelijkheid om direct tot maximaal 10% van het opgebouwde pensioenkapitaal te laten uitkeren. Deze 10% uitkering is vervolgens vrij besteedbaar.
De overgang
De Wtp betekent dus een gloednieuw pensioenstelsel. De totale Nederlandse pensioenpot bevat circa 1.500 miljard euro. Dit bedrag is bij elkaar gespaard door ongeveer 8 miljoen Nederlanders waarvan 5 miljoen werkenden. Door de nieuwe regels ontstaan dadelijk circa 8 miljoen individuele pensioenpotjes. Bij deze omzetting moeten (oud-)werknemers “adequaat” worden gecompenseerd voor een eventueel verlies.
Voor de overgang naar het nieuwe stelsel is vijf jaar uitgetrokken. Vanaf 2028 dienen nieuwe werknemers pensioen op te bouwen binnen de nieuwe regelingen. Voor werknemers die in dienst komen voor 2028, is het mogelijk om het oude stelsel voort te zetten. Deze werknemers kunnen worden overgezet naar het nieuwe stelsel, maar dienen dan eventueel gecompenseerd te worden. Deze compensatie kan plaatsvinden binnen of buiten de pensioenregeling om.
Vanaf 1 januari 2024 gaan de eerste nieuwe spelregels van de Wtp in. Alle reden dus om u goed te laten informeren over de precieze impact in uw geval.
Tot slot
Mocht u naar aanleiding van deze informatie vragen hebben dan horen wij dat graag! U kunt contact met ons opnemen via uw relatiebeheerder, telefonisch via 040 – 2 504 504 of via onderstaand contactformulier.