Eind 2022 heeft de Europese Commissie voorstellen gepubliceerd met ingrijpende gevolgen voor het Europese btw-stelsel. Deze voorstellen moeten het btw-stelsel een langverwachte update geven om beter aan te sluiten bij de steeds verder digitaliserende maatschappij. Deze voorstellen zijn gepubliceerd onder de treffende naam: VAT in the Digital Age (ViDA). Nu, na bijna twee jaar politiek getouwtrek, is er overeenstemming over de plannen.
In ons eerdere artikel hebben wij de voorstellen al kort uiteengezet, maar in de afgelopen twee jaar is er nog veel gesleuteld aan de inhoud. In de kern zijn de voorstellen grotendeels gelijk gebleven. ViDA bestaat nog steeds uit drie pijlers, te weten: één centrale btw-registratie, de btw-behandeling van de platformeconomie, en digitale rapportageverplichtingen. De precieze inhoud verschilt op sommige punten echter wel van het initiële voorstel. In dit artikel bespreken wij de belangrijkste punten van het ViDA-voorstel.
Pijler 1: Digitale rapportageverplichtingen & e-invoicing
Misschien wel het meest ingrijpende deel van het pakket aan wijzigingen betreft elektronisch factureren (e-invoicing) en de digitale rapportageverplichtingen (DRV). Deze wijzigingen hebben verstrekkende gevolgen en raken een grote groep ondernemers.
Vanaf 1 juli 2030 is het voor bepaalde internationale leveringen/diensten vereist om een elektronische factuur (e-invoice) uit te reiken. Het gaat hierbij om de volgende leveringen/diensten:
· grensoverschrijdende intra-EU leveringen (en verwervingen) van goederen en diensten;
· leveringen en diensten waarvoor de btw wordt verlegd (bijvoorbeeld o.g.v. de nieuwe verplichte verleggingsregeling);
· overbrenging van eigen goederen (hiervoor bestaat op dit moment überhaupt geen verplichting om een factuur uit te reiken).
Let wel, een e-invoice is niet hetzelfde als het versturen van een factuur in PDF.
Deze elektronische facturen moeten in beginsel binnen 10 dagen na het belastbare feit worden uitgereikt. Dat is aanzienlijk sneller dan momenteel is vereist. Bij uitreiking moet de factuur real-time/automatisch worden gedeeld met de Belastingdienst. Als gevolg hiervan wordt de opgaaf ICP afgeschaft – deze informatie is door de DRV immers al bekend bij de Belastingdienst.
Terwijl de leverancier of dienstverrichter de gegevens van de verkoop moet verstrekken op het moment dat de e-factuur wordt uitgereikt of had moeten worden uitgereikt, moet de afnemer de transactie uiterlijk 5 dagen na ontvangst van de factuur rapporteren. Hiermee moet fraude en misbruik effectiever worden opgespoord en bestreden door de autoriteiten.
Niet alle ERP-systemen of boekhoudpakketten zijn in staat om e-invoices te versturen of te ontvangen. Het is dus wellicht mogelijk dat u moet overstappen van ERP-pakket indien het betreffende ERP-pakket niet gaan inspelen om deze wijzigingen.
Deze pijler brengt nog diverse andere wijzigingen met zich mee. Voor self-billing gelden bijvoorbeeld specifieke vereisten en ook het uitreiken van verzamelfacturen wordt aangepast. Daarnaast gaan aanvullende factuurvereisten gelden:
· Rekeningnummer waarop ontvanger factuur kan betalen;
· Bij een correctiefactuur: factuurnummer oorspronkelijke factuur;
· Bij toepassing van de vereenvoudigde ABC-regeling: “driehoekshandeling”
Naast de verplichte ingangsdatum van de wijzigingen wat betreft e-invoicing (1 juli 2030), krijgen lidstaten ook de mogelijkheid om al eerder dergelijke mogelijkheden/verplichtingen in te voeren. Daarnaast hebben lidstaten de mogelijkheid om aanvullende binnenlandse rapportageverplichtingen in te voeren, die niet onder de DRV vallen.
Vooralsnog is er geen indicatie dat Nederland al eerder verplichtingen omtrent e-invoicing gaat invoeren. Er zijn echter al verschillende lidstaten die dergelijke maatregelen hebben ingevoerd, dan wel gaan invoeren (zoals onder meer Duitsland, België en Italië). Bij activiteiten in het buitenland is het daarom van steeds groter belang om vooraf in kaart te brengen wat de fiscale gevolgen zijn – mede gelet op het feit dat ERP-/administratiesystemen mogelijk niet aan de lokale eisen kunnen voldoen.
Pijler 2: Btw-behandeling van de platformeconomie
Een groot deel van de voorstellen wat betreft de platformeconomie heeft het in het akkoord niet gehaald. Voor de online platforms gaan echter mogelijk wel nieuwe btw-verplichtingen gelden. ViDA zorgt namelijk voor nieuwe btw-verplichtingen voor platformexploitanten die de kortetermijnverhuur van accommodaties (max. 30 nachten) en/of personenvervoer over de weg faciliteren (denk bijvoorbeeld aan platforms zoals Airbnb, Booking, of Uber).
Dergelijke platforms worden onder voorwaarden verantwoordelijk voor btw-afdracht. Als gevolg van de wijzigingen wordt voor de btw namelijk aangenomen dat de onderliggende dienstverrichter/verhuurder een dienst aan het platform verricht, en het platform verricht die dienst vervolgens aan de afnemer. Dit wordt de platformfictie genoemd. De (fictieve) dienst van de onderliggende dienstverrichter aan het platform wordt vrijgesteld van btw en het platform moet btw in rekening brengen bij de afnemer.
De platformfictie is als uitgangspunt van toepassing, maar geldt niet wanneer het platform een (geldig) btw/OSS-nummer van de dienstverrichter heeft ontvangen én de dienstverrichter heeft verklaard dat hij alle verschuldigde btw in rekening zal brengen. Als de platformfictie niet van toepassing is, dan geldt voor het platform nog wel een administratieverplichting.
Deze maatregelen treden uiterlijk per 1 juli 2030 in werking, maar lidstaten mogen de verplichtingen optioneel ook per 1 juli 2028 al invoeren. Indien u via een platform bepaalde diensten aanbiedt, is het van belang om te bepalen of uw platform door deze nieuwe regels geraakt kan gaan worden.
Pijler 3: Uitbreiding éénloketsysteem en de ‘enkelvoudige’ btw-registratie
In deze pijler wordt een groot aantal wijzigingen geïntroduceerd. Hoewel wij een aantal welkome wijzigingen zien, wordt het doel – één btw-registratie in de EU – nog in veel gevallen niet bereikt. Hieronder treft u de belangrijkste wijzigingen:
· Het bestaande OSS-systeem wordt uitgebreid per 1 januari 2027 voor grensoverschrijdende leveringen van gas/elektriciteit/warmte/koude.
· Per 1 juli 2028 wordt de OSS uitgebreid zodat vrijwel alle B2C-leveringen van goederen en diensten (dus inclusief lokale leveringen) daarin kunnen worden aangegeven.
· Op dit moment worden ondernemers bij overbrengingen van eigen goederen naar een andere EU-lidstaat vaak geconfronteerd met lokale registratieverplichtingen. Met ingang van 1 juli 2028 wordt daarom ook een speciale regeling binnen het éénloketsysteem (OSS) geïntroduceerd om de overbrenging van eigen goederen aan te geven. Hiermee kan een lokale btw-registratie onder voorwaarden worden voorkomen.
· Op dit moment kennen de lidstaten (onder voorwaarden) een specifieke regeling voor de overbrenging van goederen die onder een zogenoemd ‘call-off stock’ regime vallen. Als gevolg van de voornoemde wijziging ten aanzien van de overbrenging van eigen goederen is deze specifieke regeling overbodig geworden. Effectief wordt het huidige regime per 1 juli 2029 volledig afgeschaft.
· Er wordt een verplichte verleggingsregeling geïntroduceerd voor binnenlandse B2B-leveringen, indien de leverancier niet in het land van levering is gevestigd noch voor de btw is geregistreerd, terwijl zijn afnemer wel over een lokale btw-registratie beschikt.
· Daarnaast krijgen lidstaten de ruimte om een verleggingsregeling met bredere werking in te voeren. De verplichte verleggingsregeling is dus een soort minimumstandaard voor de hele EU, en lidstaten kunnen daarnaast nog eigen regelingen invullen. In Nederland bestaat al een bredere verleggingsregeling; dus de impact blijft hier naar verwachting beperkt.
Belang voor de praktijk
ViDA brengt grootschalige wijzigingen aan het huidige btw-systeem, met name ten aanzien van de facturatie- en rapportageverplichtingen. ViDA is ook niet meer slechts een voorstel, maar wetgeving die alleen nog moet worden afgehamerd door de juiste EU-instanties. Nu er politiek akkoord is, is dit naar verwachting slechts een kwestie van tijd.
De impact van ViDA is groot en voor veel ondernemers is er dan ook werk aan de winkel. Het nieuwe tijdspad is weliswaar een stuk ruimer dan in de initiële voorstellen, maar wij adviseren om alvast op korte termijn in kaart te brengen hoe ViDA uw onderneming raakt en daar zo spoedig mogelijk op voor te sorteren (een nulmeting). Uiteraard ondersteunen wij u graag bij deze nulmeting. Het is denkbaar dat het nodig is om over te stappen op een nieuw ERP-systeem, waar in de praktijk vaak een langere periode (soms zelfs jaren) aan voorbereiding en implementatie mee gemoeid gaat.
In april 2025 zullen wij diverse seminars/webinars organiseren waarin wij de ViDA-wijzigingen nader bespreken. Zodra hier meer over bekend is, brengen wij u hierover op de hoogte. Schroom in de tussentijd niet om contact met ons op te nemen om de impact op uw organisatie te bespreken. U kunt ons bereiken via telefoonnummer 040-2 504 504 of via btw@govers.nl.