De Rechtbank Gelderland oordeelde eerder dat een stichting die een kwaliteitsregister voor fysiotherapeuten beheert deze activiteiten en diensten verricht binnen de besloten kring van de deelnemende fysiotherapeuten, zodat de stichting niet vennootschapsbelastingplichtig is. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft echter op 28 januari 2025 in hoger beroep geoordeeld dat de stichting wel wordt geacht een onderneming te drijven met een winstoogmerk. Vanwege het drijven van een onderneming met positieve overschotten is deze stichting toch vennootschapsbelastingplichtig.
Vennootschapsbelastingplicht stichtingen en verenigingen
Een stichting (of vereniging) wordt geacht een fiscale onderneming te drijven en is daardoor vennootschapsbelastingplichtig als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1. Er is sprake van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid.
2. De organisatie neemt deel aan het economische verkeer.
3. Er bestaat het oogmerk om winst te behalen en die winst is ook redelijkerwijs te verwachten, dan wel er wordt in concurrentie getreden met andere belaste ondernemingen.
Voor een nadere toelichting van de vennootschapsbelastingplicht van stichtingen en verenigingen verwijzen we graag naar ons eerdere nieuwsbericht:
Besloten kring volgens het Gerechtshof
De uitspraak van het Gerechtshof ziet met name op de tweede voorwaarde zoals hierboven genoemd “deelname aan het economische verkeer”. Als de werkzaamheden in een beperkte (besloten) kring plaatsvinden, wordt er door de Belastingdienst namelijk geen deelname aan het economische verkeer verondersteld.
Het Hof heeft geoordeeld dat de toetreding tot het deelnemersbestand weliswaar gebonden is aan specifieke voorwaarden, echter dit maakt de stichting niet dusdanig besloten dat er geen sprake is van deelname het economische verkeer. Hierbij speelt volgens het Hof mee dat het deelnemersbestand feitelijk jaarlijks aanzienlijk groeit, en potentieel voor uitbreiding aanwezig is.
Deelnemers die zich aansluiten bij de stichting krijgen een keurmerk. Met dit keurmerk kunnen deelnemende praktijken bij een steeds groter aantal zorgverzekeraars een hogere vergoeding declareren. Deze activiteiten van belanghebbende zijn niet bijkomstig. Fysiotherapeuten die zich aansluiten betalen een jaarlijkse betaling.
De activiteiten van de stichting worden niet beperkt tot de deelnemers. Ook heeft de stichting een intermediaire rol in het declaratieverkeer tussen de deelnemende praktijken en de zorgverzekeraars. Bovendien vindt het Hof van belang dat zorgdata van de deelnemers wordt gedeeld met externe partijen en er door de stichting cursussen worden ontwikkeld. Al deze activiteiten worden tegen betaling uitgevoerd, waardoor de stichting actief deelneemt aan het economische verkeer.
Het hof oordeelt vervolgens dat is voldaan aan de voorwaarde van het hebben van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid en dat er een oogmerk bestaat om winst te behalen en dat die winst ook redelijkerwijs is te verwachten.
Aldus is aan alle drie de voorwaarden voldaan en is deze stichting vennootschapsbelastingplichtig.
Conclusies en aanbevelingen
Indien een vereniging of stichting een onderneming drijft of concurreert met andere belaste ondernemers, kan dit leiden tot belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. In het geval van vennootschapsbelastingplicht ontstaan er direct fiscale verplichtingen, zoals het indienen van aangifte(n) vennootschapsbelasting. Ook kan het een uitstraling hebben naar andere belastingen.
Eerder hebben wij een nieuwsbericht gepubliceerd over het subsidiebesluit. Dit is een besluit dat vanuit de overheid gesubsidieerde stichtingen en verenigingen mogelijk kan helpen om buiten de vennootschapsbelastingsfeer te blijven. Onze ervaringen in de praktijk zijn echter dat dit besluit zeer strikt wordt uitgelegd door de Belastingdienst en in de praktijk lastig toepasbaar is.
Deze uitspraak van het Hof en de strikte toepassing van het subsidiebesluit door de Belastingdienst zijn aanleiding voor verenigingen en stichtingen om (jaarlijks) hun vennootschapsbelastingpositie te toetsen.
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen? Neem dan contact op met uw Govers-contactpersoon, via ons contactformulier op de website, of bel ons algemene telefoonnummer 040 – 2 504 504.