Aanvullende (documentatie)verplichtingen bij de aangiften vennootschapsbelasting in internationale structuren

Aanwezigheid in administratie: documentatie over hybride mismatches & transfer pricing documentatie

Een aangifte vennootschapsbelasting dient door een belastingplichtige stellig en zonder voorbehoud te worden ingediend. Hierbij spelen de algemene vragen, als onderdeel van de aangifte vennootschapsbelasting, een significante rol.  Met name gelden voor belastingplichtigen in internationale multinationale groepen, meer en meer wettelijke verplichtingen die van belang kunnen zijn op het moment dat de aangifte vennootschapsbelasting wordt ingediend. In dit artikel wijzen wij graag op de deze aanvullende verplichtingen als onderdeel van de administratie van de belastingplichtige: 1) documentatie over eventuele aanwezigheid van hybride mismatches in de structuur, 2) (aanvullende) documentatieverplichtingen op het gebied van transfer pricing.

Hybride mismatches

Een Europese richtlijn schrijft regels voor om belastingontwijking door middel van hybride mismatches te bestrijden(“ATAD2”). Hybride mismatches zijn situaties waarin een belastingvoordeel wordt behaald door gebruik te maken van de verschillen tussen de belastingstelsels in de verschillende betrokken landen in de juridische structuur. Meer in het bijzonder door gebruik te maken van verschillen in de fiscale behandeling (kwalificatie) van juridische entiteiten (transparant versus niet-transparant), financiële instrumenten (bijvoorbeeld leningen) of vaste inrichtingen.

Kenmerkende voorbeelden zijn onder andere dat in een land de interest op een lening fiscaal in aftrek kan worden gebracht maar in het land waar deze interest wordt ontvangen niet wordt belast (bijvoorbeeld omdat dit land de lening beschouwd als eigen vermogen in plaats van vreemd vermogen). Een ander voorbeeld is dat in een land een juridische rechtsvorm als een zelfstandige entiteit wordt gezien waarbij de entiteit zelfstandig aangifte doet, terwijl in een ander land deze entiteit als niet-zelfstandig wordt beschouwd en het resultaat aan de aandeelhouder(s) wordt toegerekend en niet zelfstandig een aangifte indient. Tenslotte kunnen onder andere ook hybride mismatches ontstaan als één land een vaste inrichting aanmerkt in het land, en een ander land deze vaste inrichting niet aanwezig beschouwd.

In de administratie van de belastingplichtige dient op basis van een wettelijke verplichting te worden gedocumenteerd dat er onderzoek is gedaan of er sprake is van een hybride mismatch of niet. Daarnaast indien sprake is van een hybride mismatch, welke maatregelen zijn genomen om deze hybride mismatches te corrigeren. Dit betekent ook als niet wordt voldaan aan deze wetgeving toch uit de administratie dient te blijken dat er geen sprake is van hybride mismatches.

Indien bovenstaande niet uit de administratie van de belastingplichtige blijkt, kan de belastingdienst de bewijslast omkeren, hetgeen betekent dat de belastingplichtige aannemelijk dient te maken dat er geen sprake is van een hybride mismatch dan wel er geen correctie hoeft plaats te vinden. Dit is een zwaardere bewijslast dan geldt als de bezwaarlast niet wordt omgekeerd. Daarnaast kunnen mogelijk (vergrijp)boeten worden opgelegd door de Belastingdienst.

Transfer pricing

Transfer pricing documentatie is wettelijk verplicht om de zakelijkheid van interne verrekenprijzen van transacties binnen een (internationaal) concern vast te stellen. Voor deze transacties geldt dat de onderlinge prijsstelling vergelijkbaar dient te zijn zoals tussen willekeurige derden wordt overeengekomen (“at arm’s length beginsel”). De inhoud van de documentatie is afhankelijk van de omvang van de geconsolideerde omzet van het concern.[1]

Geconsolideerde groepsomzet < EUR 50 miljoen

Voor concerns met een geconsolideerde groepsomzet tot EUR 50 miljoen geldt dat de documentatieverplichting vormvrij is. In deze gevallen dient de belastingplichtige gegevens op te nemen in de administratie waaruit blijkt hoe de zogeheten interne verrekenprijzen tot stand zijn gekomen en informatie waaruit blijkt dat de voorwaarden gelijk zijn aan de voorwaarden welke in het economische verkeer door onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen. Er gelden in beginsel geen specifieke aanvullende verplichtingen in de aangifte vennootschapsbelasting.

Geconsolideerde groepsomzet > EUR 50 miljoen

Zodra de geconsolideerde groepsomzet van het concern EUR 50 miljoen overschrijdt, moet de lokale entiteit in Nederland beschikken over een actueel groepsdossier (“Masterfile”) en een lokaal dossier (“Local File”). Deze dossiers over het specifieke aangiftejaar dienen op het moment van het indienen van de aangifte vennootschapsbelasting over dat jaar in de administratie van de belastingplichtige te zijn opgenomen. Deze hoeft, in tegenstelling tot andere EU-landen niet te worden ingediend bij de Belastingdienst, maar deze dient wel onderdeel van de administratie te vormen.

Daarnaast dient in de aangifte vennootschapsbelasting vanaf het jaar 2023 te worden bevestigd dat deze documentatieverplichting van toepassing is. Echter, vooralsnog, hoeft niet te worden bevestigd dat de documentatie ook daadwerkelijk is opgesteld en/of aanwezig is in de administratie.

De aanwezigheid van transfer pricing documentatie is niet enkel een administratieve verplichting, maar dient mede als een onderbouwing van zakelijke prijzen. Wanneer de verplichte transfer pricing documentatie ontbreekt of incompleet is, verschuift de bewijslast van de inspecteur naar de belastingplichtige. Dit betekent dat de belastingplichtige overtuigend moet aantonen dat de verrekenprijzen zakelijk zijn en dat dit zonder redelijke twijfel vaststaat. Dit kan een grote uitdaging zijn en benadrukt het belang van een degelijke transfer pricing documentatie. Daarnaast kunnen significante (verzuim)boeten worden opgelegd bij het ontbreken van de verplichte documentatie.

Voor een verdere toelichting op deze aanvullende documentatieverplichtingen verwijzen wij naar ons eerdere nieuwsbericht.

Overige internationale aandachtspunten

Zonder de volgende items inhoudelijk te behandelen, willen wij opmerken dat in de aangifte vennootschapsbelasting ook enkele overige algemene vragen voor internationale structuren van belang kunnen zijn.[2] Dit zijn bijvoorbeeld de volgende onderwerpen:

  • Het verrichten binnen concernverband van internationale houdster-, licentie-, huur-, lease-, of financieringsactiviteiten.
  • Het ontvangen van vergoedingen door buitenlandse gelieerde vennootschappen en/of personen voor het gebruik maken van materiële en/of immateriële vaste activa.
  • Het in aftrek brengen van een valutaverlies op een deelneming waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is.

Conclusie en aanbeveling

In internationale structuren kunnen aanvullende verplichtingen in de administratie van een belastingplichtige (relatief snel) aan de orde zijn. Voor de juiste duiding van de eventuele gevolgen is vaak ook communicatie nodig met het buitenland, bijvoorbeeld adviseurs in het buitenland. De documentatie dient echter uiterlijk aanwezig te zijn in de administratie bij het indienen van de aangifte vennootschapsbelasting. Het is dan ook raadzaam om de mogelijke verplichtingen van deze aanvullende documentatieverplichtingen jaarlijks inzichtelijk te hebben.

Maakt u deel uit van een internationale groep en vinden er grensoverschrijdende transacties plaats (transfer pricing) binnen de groep of is sprake van hybride mismatches? In dat geval adviseren wij u graag tijdig verder over deze mogelijke documentatieverplichtingen.


[1] De verplichtingen voor belastingplichtigen onderdeel van een multinationale groep met een geconsolideerde groepsomzet van EUR 750 miljoen hebben wij voor nu niet opgenomen (“country-by-country rapportages”).

[2] Uiteraard zijn er ook diverse algemene vragen opgenomen in de aangifte vennootschapsbelasting, welke ook van toepassing zijn op niet internationale structuren.

Deel dit bericht

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak

Vrijblijvend advies

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak