In een onlangs verschenen brief deelt de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst de bevindingen van een onderzoek naar de fiscale of andersoortige obstakels die werknemersparticipaties belemmeren.

Het doel van dit onderzoek is om met manieren te komen om winstdeling te stimuleren en daarnaast in samenwerking met vakbonden en bedrijven op basis van het onderzoek een plan op te stellen om het percentage bedrijven dat doet aan medewerkersparticipatie te vergroten.

Het kabinet staat positief tegenover werknemersparticipatie en winstdeling en ziet de voordelen ervan in. Met dergelijke regelingen kunnen werkgevers medewerkers aan de onderneming binden en talentvolle werknemers aantrekken. De staatssecretaris merkt wel op dat het primair aan werkgevers is om de beloningsstructuur voor arbeid te bepalen, waardoor het kabinet terughoudend is om regelingen te treffen die mogelijk een beloningsstructuur kunnen bevoordelen.

Naar een preferente waarderingsmethode?

Wel is er aandacht voor de praktijkproblemen waarmee werkgevers die deze regelingen aanbieden te maken hebben. Een belangrijk probleem dat wordt gesignaleerd is de waardering van participaties van niet-beursgenoteerde ondernemingen. De fiscale waardering van de participaties (zoals aandelen of certificaten van aandelen) bepaalt het bedrag waarover de werknemer in box 1 belasting moet betalen als looninkomen. Tegelijkertijd is een jaarlijkse herwaardering belangrijk voor de belastingheffing is box 3.

Het waarderen van de aandelen in een niet-beursgenoteerde onderneming is bepaald geen sinecure. Daarnaast ontbreekt het in de praktijk aan praktische handvatten vanuit de Belastingdienst, waardoor snel discussies kunnen ontstaan over de waardering.

De staatssecretaris maakt in de brief duidelijk dat het ministerie en de Belastingdienst in overleg zullen treden om te bezien in hoeverre het mogelijk is om richting te geven aan de discussies rondom de waardering van niet-beursgenoteerde bedrijven. Daarbij wordt gedacht aan het vaststellen van een preferente waarderingsmethode, waarbij rekening wordt gehouden met waarde verminderde factoren (zoals een verkoopverbod op de verkregen aandelen). Verder wordt verwacht dat met de invoering van een preferente waarderingsmethode de doorlooptijden van afstemmingsverzoeken met de Belastingdienst zullen afnemen.

Werknemersparticipatie in de Vpb

Uit het onderzoek blijkt daarnaast dat werkgevers de niet-aftrekbaarheid van aandelen of certificaten in de vennootschapsbelasting (Vpb) als nadelig ervaren. De staatssecretaris bevestigt echter dat niet wordt nagedacht over een herintroductie van deze aftrekbaarheid in de Vpb.

Conclusie

Het wekt geen verbazing dat het waarderingsprobleem in de praktijk als het grootste praktische obstakel wordt gezien. Het is dus bemoedigend dat de Belastingdienst hier iets mee wil doen. Onze loonbelastingspecialisten houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.

Mocht u vragen hebben over de (fiscale) aandachtspunten van werknemersparticipatieregelingen, neemt u dan gerust contact met ons op.

Deel dit bericht: