Om de overdracht van een complete onderneming, of een zelfstandig gedeelte daarvan, te faciliteren voorziet de Wet omzetbelasting in een bepaling (artikel 37d) op grond waarvan de overdracht niet wordt gezien als een belaste levering of dienst. Kortom een dergelijke overdracht is ‘btw-vrij’. Dit betekent onder meer een financieringsvoordeel voor de koper en voorkomt bij de verkoper terugbetaling van in het verleden in aftrek gebrachte btw. De zogenaamde herzieningsregeling blijft dan buiten toepassing. Artikel 37d Wet omzetbelasting spreekt van een overgang van een “algemeenheid van goederen”. In de praktijk is het vaak lastig om te bepalen wanneer daar nu wel of niet sprake van is.
Op 16 maart jongstleden deed de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak in een geschil waarbij de vraag: “Wel of geen algemeenheid van goederen?” centraal stond. Het ging om het volgende. Een bedrijf, gespecialiseerd in het galvaniseren van metalen, verkocht voor een totaalbedrag van €430.000 + btw een aantal machines en installaties. Vervolgens sloot de onderneming een huurovereenkomst met de koper voor de duur van 10 jaar. De machines en installaties werden fysiek dus niet verplaatst en werden op dezelfde wijze in het bedrijf van de verkoper ingezet als voor de verkoop. Kort gezegd: “sale en lease back”.
De belastingdienst nam in deze casus het standpunt in dat artikel 37d van toepassing was. De verkoper/huurder had geen btw in rekening mogen brengen (maar is deze desondanks toch verschuldigd nu deze in rekening is gebracht). De koper/verhuurder had de btw echter niet in aftrek mogen brengen. De belastingdienst legt daarom aan de koper/verhuurder een naheffingsaanslag met rente en een verzuimboete op.
Onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad uit 2021 is de rechtbank van mening dat de overdracht van een (gedeelte van) een onderneming impliceert dat de verkoper voor dat betreffende deel de onderneming beëindigt. In de onderhavige situatie is de verkoper/huurder de machines en installaties op exact dezelfde manier blijven gebruiken ten behoeve van het galvaniseerbedrijf. De ondernemersactiviteiten van de verkoper/huurder zijn niet gewijzigd en daarom heeft een overdracht in de zin van artikel 37d Wet omzetbelasting niet plaatsgevonden. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.
De vraag of de overdracht van (een gedeelte) van een onderneming wel of niet met btw is belast, is sterk feitelijk van aard. Een foute interpretatie van dit vraagstuk kan grote gevolgen hebben.. Gaan partijen er ten onrechte van uit dat een transactie kwalificeert als de overgang van een algemeenheid van goederen, dan riskeert de verkoper een naheffingsaanslag met rente en boete. Gaan verkoper en koper daartegen ten onrechte uit van een “normale” met btw belaste transactie dan is de verkoper de btw in beginsel verschuldigd, maar mag de koper de voordruk niet in aftrek brengen.
Mocht u het voornemen hebben om een bedrijf of bedrijfsonderdeel aan te kopen of te verkopen, dan zijn wij graag bereid om te beoordelen wat de btw-gevolgen daarvan zijn. U kunt hiervoor contact opnemen met onze btw-specialisten via telefoonnummer 040 2504 504.