Met ingang van 1 januari 2012 vormen ‘culturele instellingen’ een bijzondere categorie ANBI’s. Om de status van culturele instelling toegekend te krijgen, dienen (nagenoeg) alle werkzaamheden ten behoeve van het algemeen nut te worden verricht én moeten de werkzaamheden cultureel van aard zijn. Een culturele ANBI kan een onderneming drijven, waardoor er vennootschapsbelastingplicht ontstaat. Om de ondernemingsactiviteiten van dergelijke ANBI’s niet al teveel te verstoren als gevolg van een hoge vennootschapsbelastinglast, zijn er verschillende fiscale faciliteiten die deze belastinglast aanzienlijk kunnen verlagen. Dit artikel bespreekt drie fiscale faciliteiten waar culturele ANBI’s gebruik van kunnen maken indien wordt voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden.
Bestedingsreserve
Voor culturele ANBI’s bestaat de fiscale faciliteit tot het vormen van een bestedingsreserve. Door toepassing van deze faciliteit wordt voorkomen dat over de met de ondernemingsactiviteiten behaalde winst eerst vennootschapsbelasting betaald moet worden, waarna uit het resterende nettorendement pas investeringen bekostigd kunnen worden.
Aangezien kosten voor in de toekomst te verrichten uitgaven ten laste van de fiscale winst aan de reserve kunnen worden gedoteerd, leidt de vorming van deze reserve ertoe dat onder voorwaarden voor een bepaalde periode ‘belastingvrij’ kan worden gespaard.
Voorwaarden voor het doteren van kosten aan een bestedingsreserve zijn:
- Het betreffen kosten voor in het jaar of in de volgende vijf jaren te verrichten:
- uitgaven ter zake van de aanschaf, voortbrenging of verbetering van bedrijfsmiddelen, met uitzondering van onroerende zaken die bestemd zijn om direct of indirect hoofdzakelijk al dan niet kortstondig ter beschikking te worden gesteld aan derden.
- uitgaven ter zake van projecten.
- Het voornemen tot het maken van die kosten moet gedurende die periode blijven bestaan.
Uiterlijk in het vijfde jaar na het jaar waarin de bestedingsreserve is ontstaan, valt deze vrij en wordt deze tot de fiscale winst gerekend.
Op bovengenoemde vijfjaarstermijn bestaan twee mogelijkheden tot verlenging, namelijk:
- indien uit de aard van de uitgaven voortvloeit dat een langere periode is vereist;
- indien aan de uitgave een begin van uitvoering is gegeven binnen de vijfjaarstermijn, maar waarbij verdere uitvoering is vertraagd door bijzondere omstandigheden.
Met de dotatie aan een bestedingsreserve wordt geen afstel, maar slechts uitstel van belastingheffing bereikt, aangezien het bedrag van de benutte bestedingsreserve tenslotte in mindering komt op de aanschaffings-, voortbrengings-, verbeterings- of projectkosten.
Aftrek fictieve personeelskosten
Een ANBI kan voorts in bepaalde gevallen fictief gemaakte personeelskosten aftrekken van de winst. Dit zijn kosten voor arbeid door vrijwilligers: natuurlijke personen die géén vergoeding krijgen voor hun arbeid of een loon dat aanzienlijk lager is dan gebruikelijk. Deze kosten zijn aftrekbaar op basis van het minimumloon, tenzij aannemelijk kan worden gemaakt dat een hoger loon dan het minimumloon gebruikelijk is. In dat geval mag rekening worden gehouden met dat hogere loon. Het aftrekbare bedrag wordt verminderd met de werkelijk gemaakte kosten voor vrijwilligers, zoals een vrijwilligersvergoeding.
Voorwaarden voor de aftrek zijn:
- De vrijwilligers zijn opgenomen in de administratie met hun naam, adres en woonplaats;
- De beloningen die de vrijwilligers daadwerkelijk hebben gekregen, zijn opgenomen in de administratie;
- De aftrek van fictieve personeelskosten leidt niet tot een verlies.
Opteren voor vennootschapsbelastingplicht
Culturele instellingen hebben voorts de mogelijkheid om te kiezen voor volledige belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Door te kiezen voor belastingplicht kan een culturele instelling een verlies uit een onbelaste activiteit (bijvoorbeeld museumactiviteiten) verrekenen met positieve resultaten uit een belaste activiteit (bijv. horeca of een museumshop). Deze keuze geldt voor een periode van tien jaar.
Tot slot
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen over de culturele instelling/ANBI, of bent u benieuwd of uw culturele instelling gebruik kan maken van één van bovengenoemde fiscale faciliteiten? Neem dan gerust contact met ons op via onderstaand contactformulier of met uw eigen Govers contactpersoon via 040 – 2 504 504. Uiteraard kunt u ook met al uw andere fiscale vragen bij ons terecht.