Overige wijzigingen in de btw en overdrachtsbelasting

Op onze Prinsjesdagpagina hebben wij afzonderlijke artikelen opgenomen over een aantal voorgestelde wijzigingen in het Belastingplan 2025 op het gebied van de btw en overdrachtsbelasting. Het gaat dan concreet om de btw-herziening op investeringsdiensten aan onroerende zaken, de verhoging van het btw-tarief op kunst, cultuur, sport en logies, de aanpassing van de kavelruilvrijstelling, de wijzingen aangaande de sleutelovereenkomst en de uitbreiding van de startersvrijstelling en het verlaagde OVB-tarief. In dit artikel informeren wij u over enkele andere voorstellen uit het Belastingplan 2025, alsmede over enkele maatregelen die al eerder zijn aangekondigd, maar die wij van belang achten om opnieuw onder de aandacht te brengen.

Btw

Kleineondernemersregeling

De kleineondernemersregeling (KOR) is een vrijstelling voor de btw. Een ondernemer die de KOR toepast, hoeft geen btw te berekenen en kan geen btw in aftrek brengen. Daarnaast hoeft de ondernemer geen btw-aangifte te doen. De huidige KOR kan alleen worden toegepast door ondernemers die in Nederland zijn gevestigd (of een vaste inrichting hebben) en geldt enkel voor prestaties die belastbaar zijn in Nederland. Het is als Nederlandse ondernemer niet mogelijk om in een ander EU-land de KOR toe te passen. Met ingang van 1 januari 2025 wordt de Europese KOR geïmplementeerd, die het voor Nederlandse ondernemers mogelijk maakt om de KOR ook toe te passen in andere lidstaten voor de prestaties die in die andere lidstaat belastbaar zijn. De KOR is dan dus niet langer beperkt tot binnenlands gebruik.

Om deel te nemen aan de Europese KOR, gelden de volgende voorwaarden:

  • De ondernemer is gevestigd in Nederland;
  • De omzet in de lidstaat waar de ondernemer wil deelnemen aan de KOR moet onder de nationale omzetgrens van die lidstaat blijven (nationale omzetdrempel). Deze grens varieert per lidstaat, maar is maximaal € 85.000 per kalenderjaar. Voor Nederland is de omzetgrens € 20.000 per kalenderjaar;
  • De omzet in de hele EU (inclusief Nederland) is maximaal € 100.000 per kalenderjaar (Unieomzetdrempel); en
  • De ondernemer neemt geen deel aan de Invoerregeling van het éénloketsysteem.

 

Een ondernemer is nu nog verplicht om ten minste 3 jaar deel te nemen aan de KOR. Een andere belangrijke wijziging die met ingang van 1 januari 2025 zal plaatsvinden, is dat de deelnameperiode van 3 jaar komt te vervallen. Onder de nieuwe regeling kan een ondernemer op elk moment kiezen om de KOR niet meer toe te passen. Ook hoeft een ondernemer geen 3 jaar meer te wachten voordat hij weer gebruik kan maken van de regeling. Die termijn wordt namelijk beperkt tot het lopende kalenderjaar en het daaropvolgende kalenderjaar.

Plaats van virtuele vermakelijkheidsdiensten

Momenteel zijn virtuele vermakelijkheidsdiensten, zoals online conferenties, livestream lezingen en online sportsessies, belastbaar in de lidstaat waar de dienst materieel wordt verricht. Dit is in de meeste gevallen in de lidstaat waar de dienstverrichter is gevestigd. Om beter aan te sluiten bij de huidige digitale samenleving, wijzigt de plaats van virtuele vermakelijkheidsdiensten met ingang van 1 januari 2025 naar daar waar de afnemer (ondernemer of particulier) woont of is gevestigd.

Overdrachtsbelasting

Vastgoedaandelentransacties

Met ingang van 1 januari 2025 is de verkrijger van een kwalificerend aandelenbelang in een onroerendezaakrechtspersoon (OZR) onder voorwaarden 4% overdrachtsbelasting verschuldigd over de waarde van het nieuwe vastgoed dat middels die aandelen wordt verkregen. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar ons eerdere nieuwsberichten over de internetconsultatie (nieuwsbericht) en het overgangsrecht (nieuwsbericht).   

Aanpassing splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting

De (af)splitsing van onroerende zaken is alleen vrijgesteld van overdrachtsbelasting als aan vier nieuwe, cumulatieve voorwaarden wordt voldaan. Het is nog niet bekend of en wanneer deze regeling in werking zal treden. Voor de cumulatieve voorwaarden en meer informatie over dit voorstel, verwijzen wij u graag naar ons eerdere nieuwsbericht.

VoV-vrijstelling voor aanhorigheden

Op verkrijgingen (terugkopen) van woningen (of rechten waaraan deze zijn onderworpen) in het kader van ‘verkoop onder voorwaarden’ (VoV) kan onder voorwaarden de zogenoemde ‘VoV-vrijstelling’ in de overdrachtsbelasting worden toegepast. De VoV-vrijstelling kan vooralsnog niet worden toegepast op aanhorigheden bij de woning. Dit wijkt (onbedoeld) af van de toepassing van de startersvrijstelling en het verlaagde tarief. De voorgestelde wijziging brengt derhalve met zich mee dat met ingang van 1 januari 2025 de VoV-vrijstelling voortaan ook van toepassing is op de tot de woning behorende aanhorigheden die tegelijk met de woning worden verkregen, zoals een schuur of garagebox.

Introductie 8%-tarief voor woningen

Het kabinet heeft aangekondigd om middels een nota van wijziging nog enkele wijzigingen op het Belastingplan 2025 aan te brengen. Het betreft dan onder meer de introductie van een 8%-tarief in de overdrachtsbelasting voor de verkrijging van woningen, waarbij de verkrijger niet voldoet aan de voorwaarden om het 2%-tarief of de startersvrijstelling toe te passen. Op dit moment zijn dergelijke verkrijgingen nog belast tegen het tarief van 10,4%. Deze wijziging kent een beoogde ingangsdatum van 1 januari 2026.

Tot slot

Heeft u vragen over (één van) de bovenstaande wijzigingen? Neemt u dan gerust contact met ons op via uw relatiebeheerder, per mail via btw@govers.nl, of telefonisch via 040 – 2 504 504. Uiteraard kunt u ook met al uw andere fiscale vragen bij ons terecht.

Deel dit bericht

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak

Vrijblijvend advies

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak