Box 3 – Hoe nu verder?

Wij hebben de afgelopen jaren reeds veelvuldig over  box 3 geschreven. Het houdt de gemoederen in de fiscale praktijk immers flink bezig. Via dit nieuwsbericht informeren wij u graag over de laatste ontwikkelingen.

Arresten van 6 juni 2024
Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat zowel de Wet rechtsherstel box 3 (geldend van 2017 tot en met 2022) alsmede de Overbruggingswet box 3 in strijd zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). In een eerder nieuwsbericht zijn wij nader ingegaan op deze uitspraak. Naar aanleiding van recente communicatie vanuit de Belastingdienst, kunnen we u opnieuw voorzien van een update.

Hoe nu verder?
In afwachting van de uitspraak van de Hoge Raad, heeft de Belastingdienst eerder besloten te wachten met het opleggen van definitieve aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2021 tot en met heden waarbij sprake is van andere vermogensbestanddelen dan louter ‘bank- en spaartegoeden’ in box 3. Echter, omdat de Belastingdienst wettelijk verplicht is de aanslagen binnen drie jaren op te leggen, vangt de Belastingdienst nu aan met het opleggen van de definitieve aanslagen 2021. Bij de berekening van de box 3 heffing in deze definitieve aanslagen heeft de Belastingdienst nog geen rekening gehouden met de uitspraken van de Hoge Raad.

Mogelijk ontvangt u binnenkort een brief van de Belastingdienst inzake de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2021 of heeft u deze brief reeds ontvangen. In deze brief staat dat u voor box 3 over het werkelijke rendement belast wordt, indien het werkelijke rendement lager is dan het forfaitair vastgestelde rendement. De belastingplichtige dient het werkelijke rendement door te geven aan de Belastingdienst via het formulier ‘Opgaaf Werkelijk Rendement’. Dit formulier komt in de zomer van 2025 beschikbaar.

Uit de brief volgt naar onze mening echter niet duidelijk dat het, ter behoud van rechten, van belang is om (binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag) bezwaar te maken tegen uw definitieve aanslag inkomstenbelasting indien u verwacht dat het werkelijke rendement in het betreffende jaar lager is dan het forfaitair vastgestelde rendement. Indien blijkt dat het werkelijke rendement hoger is dan het forfaitair vastgestelde rendement, dan wordt het lagere forfaitair vastgestelde rendement belast. Derhalve kan het bezwaar niet leiden tot een hogere belastingheffing.

U dient het op de aanslag verschuldigde bedrag wel op tijd te betalen, ook al blijkt achteraf dat u te veel belasting heeft betaald. In dat geval krijgt u de te veel betaalde belasting op een later moment terug. In beginsel vergoedt de Belastingdienst hierover géén rente.

Wij ondersteunen u vanzelfsprekend graag bij zowel het opstellen van het bezwaarschrift als het onderbouwen van het werkelijk behaalde rendement. Het is in dat geval van belang dat u ons tijdig informeert na ontvangst van de definitieve aanslag inkomstenbelasting.

Bepalen werkelijk rendement
Zoals gezegd zal het formulier ‘Opgaaf Werkelijk Rendement’ pas in de zomer van 2025 beschikbaar worden gesteld. In ons eerdere artikel hebben we u reeds geïnformeerd over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip 

werkelijk rendement. Vooruitlopend op de beschikbaarstelling van het formulier kan het alvast zinvol zijn om de benodigde gegevens voor het bepalen van het werkelijke rendement te verzamelen. Op verzoek kunnen we u een checklist verstrekken met daarop een overzicht van de documenten welke in dit kader mogelijk van belang kunnen zijn.

Het maken van bezwaar en het bepalen van het werkelijke rendement zal vermoedelijk met name zinvol zijn wanneer u voornamelijk effecten in privé bezit en de beleggingsrendementen tegenvielen of zelfs negatief waren (bijvoorbeeld in 2022). Ook als u box 3 heffing betaalt, maar privéschulden hebt waarover u een hoog rentepercentage betaalt (bijvoorbeeld bij schenkingen op papier), kan uw werkelijke rendement lager zijn dan het fictieve rendement. In de situatie dat u verhuurd vastgoed in privé houdt, zal het werkelijke rendement doorgaans hoger zijn dan het forfaitair vastgestelde rendement, omdat de ongerealiseerde waardestijging van het vastgoed wel meegenomen moet worden, maar geen rekening gehouden mag worden met eventuele kosten (zoals onderhoud).

Tot slot
Wenst u meer informatie te ontvangen over de huidige stand van zaken met betrekking tot box 3, of heeft u vragen over uw situatie? Neem dan contact met ons op via uw relatiebeheerder, telefonisch via 040 – 2 504 504 of via onderstaand contactformulier.

Deel dit bericht

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak

Vrijblijvend advies

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak