Het mogelijk bijkomend effect van de gewijzigde RJ 221 “Onderhanden projecten”

Rechtspersonen die Titel 9 BW2 toepassen voor de opmaak van de jaarrekening, hebben te maken met de wijzigingen in de RJ 221 “Onderhanden projecten” (voor micro- en kleine vennootschappen de B5.3 “Onderhanden projecten”).

Kort gezegd hebben de opgenomen wijzigingen betrekking op de presentatie van onderhanden projecten in zowel de winst-en-verliesrekening als balans. Projectopbrengsten moeten in de winst-en-verliesrekening als netto-omzet worden gepresenteerd, waarbij de optie om deze als “Wijziging in onderhanden projecten” te presenteren vervalt.

Presentatie van onderhanden projecten in de balans als één gesaldeerde post is niet meer toegestaan. Voorheen was het toegestaan om alle onderhanden projecten als één gesaldeerde post tepresenteren. De gesaldeerde post werd gepresenteerd aan de debetzijde (tussen de voorraden en de vorderingen) of aan de creditzijde van de balans onder de kortlopende schulden. De post vormde een optelsom van alle projecten; zowel projecten met een debetstand (wanneer de geactiveerde kosten en het toegerekende resultaat de gedeclareerde termijnen overschrijden) als projecten met een creditstand.

Vanaf boekjaar 2022 worden projecten met een debetstand verwerkt als een actief; projecten met een creditstand als verplichting. Dit zal naar alle waarschijnlijkheid leiden tot balansverlenging en heeft mogelijk ook effect op de toepassing van de omvangscriteria. Dit kan eventueel gevolgen hebben voor het van toepassing zijnde regime (klein, middelgroot of groot), met voor ieder regime haar eigen specifieke gevolgen.

Als gevolg van eventuele balansverlening zal de solvabiliteitratio verslechteren. De solvabiliteitratio betreft de verhouding van je eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen. In algemene zin geeft de solvabiliteitratio aan in welke mate de onderneming haar schulden op de lange termijn kan voldoen, met andere woorden de weerbaarheid van de onderneming.

Wanneer sprake is van een externe financiering (bijv. een kredietfaciliteit bij de bank) zijn mogelijk zekerheden verstrekt dan wel andere afspraken gemaakt in de vorm van financiële bepalingen. Zo kan door de financierder een solvabiliteitseis opgelegd worden, waarin is bepaald dat de solvabiliteitratio niet lager mag zijn dan X%.

Indien de situatie van balansverlenging zich voordoet als gevolg van de gewijzigde verslaggevingsregels omtrent onderhanden projecten, zijn er situaties denkbaar waarbij een eventuele solvabiliteitratio niet behaald kunnen worden. Indien dit het geval is, treedt dan tijdig in overleg met uw financierder.

Daarnaast zijn situaties denkbaar waarbij (interim)dividenduitkeringen hebben plaatsgevonden gedurende het boekjaar 2022, waarbij ten tijde van de balanstest en uitkeringstoets onvoldoende rekening is gehouden met balansverlenging, waardoor mogelijk niet meer voldaan wordt aan (interne) afspraken over de solvabiliteitratio. Ook dan geldt, treedt dan tijdig in overleg met uw financierder, of, indien van toepassing, met uw overige aandeelhouders om uw dividendbeleid te herijken.

Heeft u naar aanleiding van dit nieuwsbericht vragen? Neemt u gerust contact met ons op via uw relatiebeheerder, telefonisch via 040 – 2 504 504 of via onderstaand contactformulier. Uiteraard kunt u ook bij ons terecht voor overige financiële-, fiscale- of bedrijfseconomische vragen.

Deel dit bericht

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak

Vrijblijvend advies

Tips, advies en nieuws van de beste uit het vak