Vanaf 1 juli gelden er nieuwe btw-regels voor afstandsverkopen. De achterliggende gedachte bij de meeste van deze veranderingen is dat btw zoveel mogelijk wordt geheven in het zogenaamde bestemmingsland. Om dat te bewerkstelligen vervallen de huidige drempelwaardes per lidstaat voor afstandsverkopen. Op die manier is eerder btw verschuldigd in het land waar de goederen naartoe gaan.
Als administratieve verlichting is voor kleine ondernemers een drempelwaarde in het leven geroepen. Wanneer de EU-omzet onder de € 10.000 per jaar blijft, kan de ondernemer Nederlandse btw in rekening brengen. Voor deze drempelwaarde worden alle afstandsverkopen aan alle lidstaten opgeteld. Daar wordt tevens de omzet behaald met elektronische dienstverlening aan particulieren binnen de EU bij opgeteld. Blijft de ondernemer onder de drempel, en is hij tevens in het vorige kalenderjaar onder deze drempel gebleven, dan brengt de ondernemer Nederlandse btw in rekening. Omdat de nieuwe regels per 1 juli 2021 ingaan, wordt voor de omzetdrempel in 2021 uitsluitend gekeken naar de omzet behaald in de periode van 1 juli tot en met 31 december.
Zodra de omzetgrens wordt overschreden moet buitenlandse btw in rekening worden gebracht. Daarnaast geldt de drempel niet wanneer deze in het afgelopen kalenderjaar is overschreden. In dat geval moet vanaf de eerste levering buitenlandse btw in rekening worden gebracht. Het drempelbedrag kan ook achterwege worden gelaten; ook dan wordt vanaf de eerste levering buitenlandse btw in rekening gebracht. Ingeval van een lager btw-tarief in het bestemmingsland kan dat bijvoorbeeld voordelig zijn. De drempel kan achterwege worden gelaten door melding te doen bij de Belastingdienst – hiervoor is een speciaal formulier gepubliceerd.
Naast het verdwijnen van de huidige drempelwaardes per lidstaat wordt de vervoerseis voor afstandsverkopen verder aangescherpt. Deze twee veranderingen leiden ertoe dat veel vaker sprake is van afstandsverkopen en dus moet vaker buitenlandse btw worden aangegeven en voldaan. In het huidige systeem is dan een btw-registratie bij de buitenlandse belastingdienst vereist. Om ondernemers tegemoet te komen in hun administratieve lasten wordt de huidige Mini One Stop Shop (MOSS) uitgebreid tot de OSS. Op dit moment is de MOSS alleen te gebruiken voor de aangifte van btw op elektronische dienstverlening aan particulieren in andere EU-landen. De vernieuwde éénloketregeling biedt onder meer de mogelijkheid om alle intracommunautaire afstandsverkopen in één vereenvoudigde aangifte aan te geven bij de Nederlandse Belastingdienst. Dit kan vooral voor kleine tot middelgrote ondernemers zorgen voor een administratieve lastenverlichting.
Om gebruik te kunnen maken van de OSS moet u zich aanmelden. Dat kan via Mijn Belastingdienst Zakelijk; hiervoor is eHerkenning vereist. Alternatief kunt u zich met de juiste machtiging door uw fiscale dienstverlener laten aanmelden. Sinds 1 april 2021 is registratie voor de OSS mogelijk. Indien u dit nog niet heeft gedaan is het aan te raden hier zo spoedig mogelijk werk van te maken. De Belastingdienst heeft aangegeven op een noodspoor te zitten en het is dus mogelijk dat problemen ontstaan. Vermoedelijk zullen er nog veel late aanmeldingen binnenkomen wat kan leiden tot hogere verwerkingstijden met het risico dat een te late aanmelding gevolgen heeft voor eventuele registratieverplichtingen.
Wij willen via dit nieuwsartikel nogmaals de veranderingen op het raakvlak van btw en e-commerce onder de aandacht brengen en het potentiële belang van de OSS-regeling aanstippen. Wij helpen u graag met deze ingrijpende wijzigingen.
Heeft u vragen de nieuwe e-commerce regels of over andere (btw-)vraagstukken binnen uw onderneming? Neem dan contact met ons op via uw relatiebeheerder, per mail via btw@govers.nl, of telefonisch via 040 – 2 504 504.